In het laatste hoofdstuk van de brief zien we het hart van de apostel voor allen die zich ten dienste stellen van het evangelie en in de gemeente. Allen, ongeacht afkomst of sekse, zijn hierin gewaardeerd. Dit bewerkt vrede en onderlinge liefde. Maar ook is er de waarschuwing tegen hen die verdeeldheid tegen de Bijbelse leer zaaien. Geprezen zij de alleen wijze God voor het vredesevangelie van Zijn Zoon.
Hebreeën 1 en 2:1-4
Hebr.2:5-18 De Heer Jezus, de Zoon van God is Zoon des mensen geworden om voor ons te kunnen sterven, de dood van haar macht te ontroven en de mens te kunnen herstellen naar zijn oorspronkelijke roeping als heerser over deze aarde. Dit zal hij kunnen doen vanwege zijn verbondenheid met de laatste Adam die een eeuwige heerschappij zal hebben.
We luisteren naar de waarschuwende en aansporende woorden van de schrijver van de Hebreeënbrief.
In deze lezing wil ik u meenemen naar een van de centrale kenmerken van de brief. Vanuit het langste citaat uit het OT laat de schrijver zien dat God al lang geleden een nieuw verbond beloofd had. En dit is een verbond waarvoor de Heer Jezus borg staat door zijn bloed. Het verbond wordt gekenmerkt door wedergeboorte, kennis van de Heer en volledige vergeving van zonden. En daarmee werd het oude verbond terzijde gesteld.
De schrijver van de brief laat aan de lezers zien dat het offer van de Heer Jezus superieur is aan alle offers van het oude verbond. Maar ook laat hij daarmee zien dat er zoveel offers waren vanwege de vele verschillende facetten van het offer van de Heer. Het verlost ons van de zonde, het reinigt ons van een zonde-geweten waardoor we vrijmoedig kunnen en mogen naderen tot God Zelf in het hemels heiligdom. Het offer van de Heer, waardoor Hij Zijn bloed gaf in plaats van ons leven is de herdenking van het grote verlossingswerk dat Hij volbracht heeft.